Over Thijsse's Nederland

De Zweedse kornoelje, Cornus suecica, is een ijstijdrelict. De eerste vondsten in Nederland dateren van het begin van de twintigste eeuw.
Dit bijzondere plantje, dat vaak samengaat met een ander ijstijdrelict, de Zevenster, Triëntalis europaea, werd voor het eerst aangetroffen in
de Zeijerstrubben in Drenthe en later in Westerwolde in Groningen.
Heimans beschreef de eerste vondst en Thijsse schreef er daarna
diverse malen over, onder andere in De Levende Natuur en in De Groene Amsterdammer.

De Zweedse kornoelje geldt tegenwoordig als ‘zeer zeldzame soort’ en staat als ‘bedreigd’ op de Rode Lijst.

Thijsse, J.P.(1928) ‘Drente’, in: De Levende Natuur 33(7), 193–199.

Laatste wijziging

27 maart 2024

Over deze tekening

Titel van de afbeelding

Zweedsche kornoelje

 

In 'Waar wij wonen'

p. 11

 

Afmeting

13 × 8 cm (bxh)

 

Maker

Jan Voerman jr.

 

Coördinaten

-

 

Locatie

Zeijerstrubben, Drenthe, of Westerwolde, Groningen.

 

Kijkrichting

-

 

'Achterschrift'

 -

 

Bijzonderheden

 De grote, witte blaadjes zijn geen omwindselbladeren, maar schutbladeren.
De echte bloemen zijn bijzonder klein en donkerrood. Op de tekening dus de rode ‘hartjes’ in het midden.

 

In 'Een voorrecht om in te leven'

p. 38-39